Dansen op de arbeidsmarkt met Statushouders
Iedere keer wanneer ze hem zeggen dat hij het Nederlands al zo goed beheerst, verstaat hij dat het nog onvoldoende is om volwaardig mee te mogen doen.
Bij ieder voorstel om onbetaald werkervaring op te gaan doen, begrijpt hij dat zijn opgedane kennis en ervaring nauwelijks gewaardeerd worden.
Wanneer ze hem op zijn uitkering wijzen en eisen dat hij zo snel mogelijk een baan vindt of op zijn minst een tegenprestatie levert, vraagt hij zich af waarom men hem geen werk biedt waarin hij kan laten zien wat hij bij te dragen heeft.
Telkens wanneer men hem, met een empathische blik, aankijkt en vol begrip erkent hoe moeilijk het traject zal zijn, denkt hij, lul niet en maak het dan eenvoudiger.
De antwoorden op de vragen die hij stelt, maken zijn verwarring alleen nog maar groter. Is het vreemd dat hij dan maar liever glimlacht en zwijgt?
Hij kijkt mij aan, zoekt met zijn blik houvast bij mij. ‘Kunt u mij helpen?’, vraagt hij met een stem die fluistert tussen hoop en wanhoop.
Ik reik hem mijn hand en samen openen wij de dans op de arbeidsmarkt.