Met twee maten meten/ measuring double standards
In het buitenland staan wij bekend om de beheersing van onze vreemde talen. Volgens mij vinden wij het niet alleen normaal dat we, op zijn minst, Engels spreken, we doen het ook graag. En waar gehakt wordt, vallen spaanders, nietwaar?
Zo is het verhaal dat voormalig minister Luns, ‘I fok horses’, tegen president John F. Kennedy zou hebben gezegd toen deze vroeg naar zijn hobby’s. Kennedy antwoordde naar verluidt geschokt met de woorden: ‘Pardon?’, waarop Luns enthousiast reageerde: ‘Yes, paarden!’
Een kleine search op google levert al snel een vermakelijk arsenaal aan mooie voorbeelden steenkolen Engels of Dunglish op. Zo zei toenmalig minister Ploumen, met veel bravoure, tegen een gezelschap Congolese ondernemers: ‘There is no such thing as a Dutch product in terms of quality!’ Dat zij het tegenovergestelde bedoelde, is jou en mij wel duidelijk, toch!?
Frits Bolkestein nam, in zijn rol van eurocommissaris, tijdens een bespreking van het uitgavenpatroon van de Europese Commissie, continu de term ‘ golden shower’ in de mond om aan te geven dat er teveel geld verspild werd. Jij weet ongetwijfeld dat een Engelstalige bij ‘golden shower’ aan heel iets anders zal denken, nietwaar!?
We vinden het heerlijk om anderen te betrappen op miskleunen in het Engels. We kunnen er met elkaar om lachen en halen vervolgens, relativerend, onze schouders op. Dat wij onze vreemde talen spreken, is belangrijker dan dat wij hierin al dan niet foutjes maken. ‘Communicatie is zoveel meer dan taal’, roep ik vaak.
Waar wij lachen om de foutjes die wij in het Engels maken, om vervolgens onszelf op de borst te kloppen voor het feit dat we zo talig zijn, houden wij, met hetzelfde gemak, groepen Statushouders, die inmiddels het Nederlands goed beheersen, aan de kant.
Volgens de laatste cijfers van het CBS is nu slechts 26% van de Statushouders, na 3,5 jaar, aan het werk. Dit terwijl de economie er goed bij staat, de arbeidsmarkt krap is en werkgevers steeds gekkere dingen bedenken om nieuwe medewerkers te werven.
Was ik Minister Koolmees, Wethouder (tenslotte is voornamelijk de gemeente aan zet waar het om arbeidsparticipatie gaat), CEO of Hoofd Recruitment, dan zou ik me, met het schaamrood op de wangen, eens flink achter de oren krabben.