In Memoriam | Geloofde ik maar
Geloofde ik maar dat jij, ergens daarboven, naar beneden kijkt en ziet hoe ik de kleurplaat van mijn leven kleur geef. Dat jij degene die daar naast je zit aanstoot en met enige trots zegt dat binnen de lijntjes blijven nooit mijn sterkste punt was.
Wat zou ik het fijn vinden wanneer jij vanaf die hemelse plek mee kijkt en geniet hoe Max en Tom, die jou bonusopa maakten, fysiek en bovenal in hun doen en laten gegroeid zijn. Hoe Vos, bij wie jij je steeds afvroeg wanneer hij nu eens ging praten, inmiddels de oren van je kop babbelt. Ik weet dat jij het fantastisch had gevonden en geloofde ik maar dat je het daar allemaal ook zou zien en horen.
Geloofde ik maar dat jij de stappen die ik in mijn werk zet nauwlettend volgt, getuige bent van wat ik voor sommigen beteken en weet dat ik ook in mijn ondernemerschap zo nu en dan worstel.
De gedachte is zo mooi dat zowel de wind in de rug, als de ferme tegenwind bij tijd en wijle, door jou geschonken zijn omdat ik het hebben kan of omdat het mij richting een nieuwe situatie helpen zal.
Wat zou ik graag een fles wijn open trekken, twee glazen klaar zetten en met jou praten en mijn gedachtes, zowel de lichte als de zwaardere, delen. Niet dat er open eindjes zijn. Ook liggen er geen vraagstukken die nog op antwoorden wachten. Zelfs jouw bevestiging, en dit komt wellicht botter over dan ik bedoel, heb ik niet meer nodig.
Hoe graag ik ook zou geloven dat jij daar mee krijgt hoe het mij, ons gezin en mama vergaat, de keuzes die we maken, de handige, en vooruit, ook de minder handige dingen die we doen, het lukt me niet.
Toen jij, vandaag drie jaar geleden, jouw laatste adem uitblies, stond jouw tijd hier stil waar die van ons is blijven lopen. Of, zoals Vos laatst zei toen we naar Goes reden: ‘Opa is nu wel allang dood. Hij zal wel heel moe zijn geweest en fijn dat hij nu zo lekker kan uitrusten’.
Ik mis je en omdat ik niet geloof dat jij vanaf daarboven meekijkt, haal ik vanmiddag twee flesjes van die speciale bieren die wij samen ontdekten. Ik zal op jouw toasten en vooral ook op ons en op het leven.
En vanavond, wanneer ik mijn tanden poets en mezelf in de spiegel aankijk, herhaal ik de woorden waarmee jij van ons afscheid nam: ‘het is goed geweest, het is goed zo’.