Wanneer tel je eigenlijk echt mee?

IMG_2420.JPG

We zaten in een trendy koffiebar, dronken cappuccino en prikten een taartje. We hadden tenslotte iets te vieren. Ruim een jaar geleden had ik hem bij een werkgever onder de aandacht gebracht. Met een contract voor zes maanden, is hij toen aan de slag gegaan. Deze overeenkomst werd na een half jaar verlengd en nu, nog geen jaar verder, heeft de werkgever hem een vast contract aangeboden.

We genoten van de ambiance, de koffie, de taart en spraken over koetjes en kalfjes, totdat zijn gezicht wat verstrakte, hij me aankeek en vroeg: ‘Denk je dat ik nu echt volwaardig meetel?’

Hoewel ik geneigd was direct en volmondig ja te zeggen, bleek ik het antwoord op de vraag toch veel minder eenvoudig te vinden dan ik aanvankelijk dacht. Wanneer tel je eigenlijk echt mee?

Wanneer je werkt en belasting betaalt?

Wanneer je geschoold bent en over zodanige kwalificaties beschikt dat de markt om jou zal blijven staan te springen?

Wanneer je de taal spreekt, vrienden hebt, een goede buur bent, vrijwilligerswerk doet en iedereen vol lof en liefde over jou spreekt?

Wanneer je in de pas loopt? En over welke of wiens pas hebben we het dan precies?

Hoe langer ik over de vraag nadenk hoe moeilijker ik haar te beantwoorden vind. In hoeverre tel ik zelf eigenlijk volledig mee? En jij? Hoe voelt dit voor jou? 

Het lijkt wel alsof hoe meer we over diversiteit spreken, hoe sterker de grenzen worden van de diverse hokjes waarin we elkaar plaatsen. We plakken labels op groepen mensen, sturen hierop het beleid en verkopen dit als maatwerk. Welke maat wordt hier echter genomen? Vrijheid? Gelijkheid? Broederschap?

Wanneer tel je eigenlijk echt mee? Of laat ik je de vraag iets anders stellen; hoe ben jij van betekenis voor jouw omgeving en de maatschappij? Want, uiteindelijk lijkt dit me hetgeen dat echt telt. Nietwaar?!